Logboek A-Theater

1. Het dossier van de PZC

Op de site van de PZC staat een dossier “theater Middelburg” waarin de totale verslaggeving over de lijdensweg van het Middelburgs A-theater is opgenomen.
Een openbarende, onthutsende en verontrustende ervaring, als je die verslagen zo achter elkaar leest. De hele geschiedenis blijkt eigenlijk helemaal niet over het theater te gaan, dat wil zeggen, het A-theater is meer het “Leitmotiv” van een geschiedenis die zich ontvouwt als een Griekse tragedie, een geschiedenis van machtsstreven, van menselijk falen en van de macht van het noodlot dat altijd onverwacht en onvoorzien – maar achteraf juist voorspelbaar – toeslaat.

Soms wordt dat noodlot een handje geholpen door de “media”, de PZC in dit geval, met een of andere steekproef of “enquète” wat dan door stervelingen als Schouwenaar en De Vries gezien wordt als een orakel-uitspraak waar we maar beter naar kunnen luisteren.

De tragische held, de strijder die in de wetenschap dat hij zijn lot niet zal ontlopen en desondanks (of juist daarom, want daarin is zijn waardigheid uitgedrukt), dat is natuurlijk Van ’t Westeinde.
Als je zo “grieks” gaat denken, wordt De Vries zijn antagonist: hij die verblind door macht onontkoombaar zijn ondergang tegemoet gaat, wat hijzelf niet ziet, maar ieder ander wel.

Ik wil dit geheel aanbieden eerst in de vorm van een chronologische reeks “koppen plus inleidingen” zoals die ook op de site van de PZC verschijnen (maar dan helaas niet chronologisch) na het aanklikken van de URL met het PZC-dossier, met daarachter het paginanummer waarop het gehele artikel in dit verslag is opgenomen.

Tot nu toe heb ik me van enig commentaar onthouden. Maar hoewel dat misschien overkomt als het subjectieve ingrijpen van de archivaris in zijn eigen objectieve opsomming van de stukken, zal ik dat op den duur toch niet kunnen laten, denk ik.
Harmen Eijzenga
Middelburg, april 2006